Petra probeerde Pettera naar de dansvloer te lokken, maar dat lukte niet. Al hangt ze drie kwartier om die paal heen, Pettera zal stug blijven zitten. Hoe ik dat weet? De B&B-eigenaresse heeft hetzelfde dansbloed als ik. Nuchter kunnen we niet dansen. Met twee drankjes in de mik is de drempel ook nog te hoog. Pas bij meerdere drankjes veranderen wij in John Travolta en Olivia Newton John.
In de komende dagen neemt Pettera een beslissing. Wie mag er blijven en wie kan de pot op? Waarschijnlijk valt het besluit zodra er eentje bijkomt, want met vier peperpotten wordt het wel erg druk. Om Petra beter te leren kennen, nam Pettera haar mee op de scooter. Dat durfde ze eigenlijk niet, maar Petra praat je zo om. Zo is ze ook ooit op vrouwen gevallen.
‘Val jij op vrouwen?’
‘Nee op mannen.’
‘Ah toe, doet niet zo flauw.’
‘Oké, vooruit dan maar.’
Zo ging dat.
Ondertussen maakt Lieske zich nog geen zorgen. Ze denkt sowieso niet zoveel na. Denken moet je volgens Lieske overlaten aan een paard, want die heeft een veel groter hoofd. Ik heb deze wijsheid direct genoteerd voor als ik thuis weer eens ‘denk nou toch eens na’ naar mijn hoofd geslingerd krijg. Ja, je leert een boel van zo’n programma.
Niet alleen over mensen trouwens, ook over dieren. Zo weet ik nu hoe de bruine kapucijnaap eruit ziet. En het zwarte aapje met de bruine handen waar Dick zo lyrisch over deed was de roodhandtamarin. Graag gedaan. Helemaal wild werd het trio in Suriname trouwens van de luiaard. Op Lesbos door sommige Limburgse B&B-eigenaresses ook wel ‘de Frank’ genoemd.
Maar we zijn nu niet op Lesbos, we zijn in het Peperpot Park in Suriname. De bedoeling was om vogels te spotten en op een gegeven moment dachten Dick en Moniek een vreemde vogel te zien: de zeer zeldzame Zwartharige Kletskous. Maar helaas, het bleek bij nader inzien om Sharon te gaan. Dick was even vergeten dat hij haar nog niet weggestuurd had.
Daarna vond Dick het welletjes met de disbalans en ging hij het gesprek met Sharon aan. ‘Je level van energie is voor mij te veel.’ Dick is goed in dingen netjes brengen. In Rotterdam zeggen ze: ‘Die lult vijf kwartier in een uur’. En dan houden ze het bij Sharon nog laag aan. Gelukkig pakte ze het goed op. Dick vond haar zelfs fucking sterk en kreeg er bijna spijt van.
Na een laatste knuffel die zo lang duurde dat Walter uit het derde seizoen ongetwijfeld kwijlend voor de televisie zat, ging Sharon naar huis. Ze dacht dat het dikke mik was met Dick, maar het was dikke pech. En waar Dick eerder nog dikke tranen huilde, heeft Sharon dus een dikke huid. Dikke kans dat ze straks vrolijk in het vliegtuig vijf kwartier in het uur zit te lullen tegen een onbekende dikke man op stoel 22B.
Shit. Via een onbekende dikke man wilde ik eigenlijk het bruggetje maken naar een dikke man bij Magda, maar die is vandaag niet aan de beurt. Dan maar weer terug naar Lesbos. Niet naar de lesbo’s, maar naar Ingrid. Sinds Rinus zijn handjes thuis moet houden, gebeurt er eigenlijk niet meer zoveel. Eigenlijk was de rode broek van Rinus het meest spannende. Dat zegt veel.
Rinus zelf raakt ondertussen steeds dieper in de put. Hij kan zijn liefde niet kwijt, mag geen genegenheid tonen en slaat nu zelfs de ochtendknuffel over. Dit moet niet te lang duren, want straks geeft Rinus de postbode een kus, de bakker een knuffel en kruipt ie ’s nachts in bed tegen de hond aan.
Ingrid is ook niet happy met de huidige situatie. ‘Er komen wel scheurtjes. Er komen wel scheurtjes.’ Vaak zegt Ingrid dingen twee keer achter elkaar. Gelukkig komt er wat afleiding, want er komt een nieuwe man aan. ‘Dit is Eric of niet? Dit is Eric of niet? Ik had je niet verwacht. We zitten net aan de wijn. Ik zeg we zitten net aan de wijn.’
Eric is 64 en is 3 keer getrouwd geweest. Drie keer! Die man houdt in zijn eentje een compleet advocatenkantoor draaiende en betaalt een bedrag aan alimentatie dat vergelijkbaar is met het bruto nationaal product van Griekenland. Als Eric al zijn trouwringen laat omsmelten, kan hij op Lesbos een gouden standbeeld van zichzelf laten neerzetten.
Mochten Ingrid en Eric ooit gaan trouwen, dan zal een bruin kapucijnaapje de trouwambtenaar moeten zijn, want verder is er geen BABS meer in Nederland te vinden die het avontuur met Eric aandurft.
Alle gekheid op een stokje. Eric verdient natuurlijk een tweede, ehh vierde kans. En waarom niet. De man heeft een goede uitstraling, humor en een stoere, ruige kop. Eric heeft eigenlijk maar één groot nadeel: hij kan niet gewoon ‘ja’ zeggen. In plaats daarvan zegt Eric altijd ‘ja, ik wil’. Dat heeft ‘ie zich aangeleerd en hij krijgt het er gewoon niet meer uit.
Van stoere, ruige kop naar Arno & Arie in Italië is een reuzenstap, ik maar ik doe het toch. Al is het alleen maar om die roze, Poolse prinses bij Illya tot het laatst te kunnen bewaren.
Goed. Eveline dus. Die heeft twee ‘mannen’ zitten die allebei ‘vechten’ om haar hart. Gelukkig kwam Frank even langs met zijn vrouw. Frank is Evelines zakenpartner en die besloot de mannen eens flink uit te horen. Hoe het gaat en of ze bereid zijn om te investeren in het bedrijf en zo. De antwoorden stemden Frank ietwat sikkeneurig. ‘Het lijken me aardige kerels, maar volgens mij heb jij een sterkere man nodig’, vertelde hij tegen Eveline.
‘Er zat er zelfs eentje bij die meteen zijn huis wilde verkopen om te kunnen investeren.’
‘Oh echt? Wie was dat dan?’
‘Die ene die op buurman van buurman lijkt.’
‘Welke? Buurman met het gele petje of het rode petje?’
‘Geen idee, die andere lijkt toch überhaupt niet op een buurman?
‘Nee, daar heb je gelijk in. Bedankt Frank.’
Even later kon Arno zijn biezen pakken. Eveline zei dat hij niet haar type man is. Er zijn diplomatiekere manieren om dat te zeggen, maar Eveline bracht het maar gewoon zoals het is. Gelukkig mocht ‘ie zijn koffers pakken onder het genot van het prachtige nummer “I Wanna Know What Love Is”, van Foreigner. Dat pakt toch net wat lekkerder.
En zo voltrok zich een droomscen-arie-o voor onze poetsfanaat die plotsklaps het rijk weer alleen had. Hij besloot zijn werkkleren aan te trekken om het schuurtje van Eveline op te ruimen. Het is eigenlijk haar sportruimte, maar dat kon Arie niet zien door alle rommel. Next move: haar hand beetpakken tijdens het wandelen. Gaat dat mis, dan zit Arie in de penarie.
Tot slot mijn beste vriend Illya. Die was lekker met Karinè aan het golfen in eigen tuin. Dat heb ik ook een keer geprobeerd, maar na de eerste slag moest ik de bal zes huizen verderop ophalen. Illya verheugde zich eigenlijk op een tijdje 1-op-1 met de Armeense, maar ‘helaas’ kwam Sylwia eraan. Sylwia is voormalig kapper en model. Apart trouwens, dat het voormalige beroep er ook bij staat. Ze is 47 (voormalig 46), komt uit Polen en is dol op de kleur roze.
Karinè kwam zich even voorstellen en gaf Sylwia een hand. Beide dames hielden vervolgens zo lang elkaars hand vast, dat het bijna te donker werd om nog verder te golfen. Illya stelde voor een wijntje te drinken. ‘Wat voor wijn drink je graag?’ Sylwia wilde een Chardonnay of een Sauvignon Blanc, maar het was eigenlijk de bedoeling om alleen wit, rood of rosé te zeggen.
Ach, die arme man. Wat een avonturen beleeft ‘ie toch allemaal op zijn Franse kasteel. Eerst wordt ‘ie onder zijn kont geschopt door een flauwe Brabantse, daarna krijgt ‘ie de middelvinger van een vage Oekraïense en nu trilt ie als een rietje door de komst van een Pools model (voormalig kapper). Als die straks haar roze pyjamaatje aantrekt, valt Illya flauw in zijn eigen zwembad.
Dit was week 4. Maandag moet Renske huilen. Je verwacht het niet. Fijn weekend